De Voorburgse Schildkropper is een schepping van de grote geneticus en illustrator wijlen de heer C.S.Th van Gink.
Deze duif dankt haar naam aan het feit , dat haar wieg gestaan heeft in een der mooie tuinen van Voorburg bij Den Haag.

Reeds als twintigjarige jongeman liet de gedachte om witte kroppers met een gekleurd schild te fokken van Gink niet los. Maar lange tijd bleef het bij een wensdroom, want voordat hij met met de werkelijke fokkerij zou kunnen beginnen zou het 1929 worden.
Intussen vertoefde hij nog enkele jaren in Amerika om zijn teken een schilderkunst te perfectioneren, en bovendien moest hij zich bezighouden met het opbouwen van een goede toekomst.
Maar in 1929 ging hij toch beginnen met zijn grote taak en binnen tien jaar showde deze grote fokker al verscheidene goede Voorburgse Schildkroppers. Het behoeft geen betoog dat hij in deze tien jaren heel wat teleurstellingen moest incasseren en dat vele honderden jongen geboren moesten worden om de eerste goede resultaten te boeken.
Als bekroning op zijn werk werd in juni 1938 het ras als zodanig door de toenmalige Raad van Beheer erkend.
Het spreekt vanzelf dat heel wat rassen gebruikt werden om deze schildkropper zijn huidige vorm en tekening te geven, zoals de Norwich Kropper, de Brünner Kropper, de Steiger Kropper, de Engelse Kropper, de Antwerpse Smierel e.a.
Ook de Schildduif werd te hulp geroepen om een mooie tekening en kleur te verkrijgen.
Hieronder treft u een geïllustreerd schema aan van de rassen die gebruikt werden, van de hand van van Gink zelf.

Het feit dat zoveel verschillende rassen werden gebruikt, is de oorzaak dat er nog wel eens misgetekende jongen geboren worden. Ook komen er nog wel eens dieren voor met een lichte voetbevedering, het geen een aanwijzing is in de richting van de Engelse Dwergkropper. Een dergelijke vogel gepaard aan een kaalbenig dier, geeft echter weer mooie kaalbenige jongen. Daar in het beginstadium van dit relatief jonge duivenras in feite zeer weinig fokkers waren, daar velen de moed verloren omdat men nog te weinig goed getekende dieren kweekte. Meende men goed te doen haar krachten te bundelen door oprichting van een speciaalclub. Op 26 januari 1947 werd bij gelegenheid van Avicultura’s kleindieren tentoonstelling een speciaalclub opgericht met de naam “Voorburgse Schildkropper Club”. Maar ondanks alle inspanningen en een goed gerichte propaganda was deze club geen lang leven beschoren. In 1954 hield zij op te bestaan. In het midden van de zestiger jaren kreeg de fokkerij van Voorburgse Schildkroppers evenwel een nieuwe impuls dank zij het feit , dat mevrouw H. van Gink-Porschen alsmede een aantal nieuwe fokkers zich serieus met de fokkerij gingen bezig houden en dat toen steeds meer goede dieren geëxposeerd werden. Op 1 juni 1968 werd de “Nationale Voorburgse Schildkroppers Club ” opgericht met een krachtig bestuur , die het ras in enkele jaren tot grote kwaliteitshoogte bracht, dus zowel in kwaliteit als in het aantal fokkers, als ingezonden dieren op de tentoonstellingen. Zo worden op de sinds 1970 gehouden clubshows bij de lichtstadshow in eindhoven en Savoa te Amsterdam telkens meer dan honderd Voorburgse Schildkroppers in de kooien gebracht , waarbij zich dieren bevonden van prima kwaliteit en er zelfs het predicaat ” U ” werd toegekend. Ook in het buitenland en met name in Duitsland, het land waar veel rassen gecreërd of vervolmaakt werden en waar veel kropper-liefhebbers wonen, alsmede in de Verenigde Staten, bestaat grote belangstelling voor dit ras. Een aantal kropperfokkers in Duitsland heeft zich de laaste jaren met succes op de fok van dit ras toegelegd, terwijl op 17 januari 1971 tijdens de Ratisbona-Schau in Regensburg een eigen speciaalclub werd opgericht, welke thans meer dan zestig actieve leden telt.
Bovendien hebben belangrijke duitse auteurs zoals Edmund Zurth en Josef Fischer positief over de Voorburgse Schildkropper geschreven in hun literatuur. Een feit is dat deze kropper thans voorgoed heeft gewonnen en dat haar toekomst verzekerd is. Het zou fijn geweest zijn waneer de schepper van dit ras dit had mogen beleven.!! Cornelis Simon Theodorus van Gink werd geboren te Nieuwer-Amstel op 25 oktober 1890.
Zijn hobby’s waren tekenen en duiven. Hij volgde de eerste tekenlessen te Amsterdam.
De heer van Gink was vóór 1914 enkele jaren in Chicago (V.S.) om zijn tekenopleiding te voltooien.
De internationaal bekende Arthur O. Schilling was zijn leermeester. Heden ten dage is vast te stellen dat de heer van Gink Arthur Schilling is voorbijgestreefd. Teruggekomen in Nederland ontwikkelde hij zich verder als tekenaar en pluimveeschilder. Daarnaast was hij een bekwaam kleindieren-keurmeester en publicist. Dit alles was zijn vrijetijdsbesteding.Beroepsmatig was de heer van Gink hoofdredacteur van Avicultura ( toen van 1921 – 1928 ) “Geïllustreerd Weekblad gewijd aan de fokkerij van en liefhebberij voor Pluimvee , Konijnen, Duiven, Vogels en Pelsdieren” ). Vervolgens had hij wisselende leidinggevende functies, waaronder die van directeur van de Orion-Filmfabriek ( later Polygoon ). Tenslotte was hij directeur van het V.V.V.-bureau voor het gewest Haarlem. De heer van Gink heeft pluimvee-aquarellen vervaardigd voor het instituut voor pluimvee – onderzoek ” Het Spelderholt ” te Beekbergen. In de jaren 1943 – 1944 maakte hij bijna honderd aquarellen. Twintig reproducties van deze aquarellen – op ware grootte – zijn permanent tentoongesteld in de ” Villa Blanda ” van het Produktschap voor Pluimvee en Eieren te Zeist.
De rijk getalenteerde van Gink overleed 11 februari 1968 op 77-jarige leeftijd in Heemstede.